Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [16]Ik heb mijn rok uitgetogen, [17]hoe zal ik hem weder aantrekken? [18]Ik heb mijn voeten gewassen, hoe zal ik ze weder bezoedelen? 16. Dit antwoordt de Bruid haren Bruidegom, weigerende op te staan om Hem in te laten, toen Hij aanklopte. Door het uittrekken des roks en het liggen in het bed kan men hier verstaan het gemak dezer wereld, welke ook somtijds de ware gelovige kinderen Gods verhindert en ophoudt, dat zij Christus en zijn Woord zo straks niet openlijk of vrijmoediglijk belijden, gelijk Hij aanklopt en zijne genade haar aanbiedt, vrezende het ongemak, dat daarmede vermengd is. 17. Alsof zij zeide: Ik kan hem niet aantrekken zonder moeite. 18. Dit is nog een argument, aanwijzende dat de Bruid zich tot rust en gemak begeven had; want in die hete landen, waar zij gemeenlijk barrevoets gingen, plachten zij des avonds, als zij op hunne rust gingen, hunne voeten te wassen. Hetwelk de Bruid gedaan hebbende, zo wilde zij [gelijk zij hier zegt] niet gaarne van het bed opstaan om haren Bruidegom in te laten, vrezende dezelve vuil te maken. Van zulke onnutte uitvluchten, zie Luk.14:18, enz.